Cookie beleid vv Alblasserdam

De website van vv Alblasserdam is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Michel Stoppelenburg kiest voor rust

18 november 2021 10:00

Jan Timmer

Michel Stoppelenburg stopt na meer dan 30 jaar als trainer en begeleider bij vv Alblasserdam.


 

Twee huizen
Michel Stoppelenburg kreeg al in zijn jongste jeugdjaren de liefde voor vv Alblasserdam mee van zijn ouders. Beiden waren met een haast ontroerende vanzelfsprekendheid met hart en ziel voor de club actief als vrijwilligers en zoonlief ging daar in mee.

“Ik had en heb twee huizen: mijn eigen woning én sportpark Souburgh”, zegt de Damdorper, die op zijn vijfde zijn debuut maakte op het veld en uitgroeide tot een uitstekende keeper die jarenlang het doel van ‘zijn club’ verdedigde, een kort avontuur bij Dordrecht’90 beleefde en tot de selectie van 32 beste Nederlandse jeugdvoetballers doordrong. 

“Op mijn 30e stopte ik met Alblasserdam 1”, gaat hij terug in de tijd. “Ik had er toen meer dan tien jaar in Zondag 1 opzitten. Toen dat team overging naar de zaterdag, kapte ik er mee. Wel heb ik nadien nog een paar keer onder de lat gestaan omdat een klemmend beroep op me werd gedaan.”

Mentaliteit
Inmiddels was Stoppelenburg al volop actief als jeugdtrainer, jeugdkeeperstrainer en selectiekeeperstrainer. Dit seizoen heeft hij samen met assistent Erkan Akbaba het tweede elftal van vv Alblasserdam onder zijn hoede.

“Een hartstikke leuk elftal”, vindt hij. “Maar ik merk de laatste jaren ook dat de sfeer en mentaliteit in het amateurvoetbal veranderd zijn. Veel jonge gasten leggen hun prioriteit vaak niet meer bij het voetbal. Ze hebben zoveel andere interesses die voorrang krijgen. Het is een maatschappelijke ontwikkeling die je overal in ‘het wereldje’ ziet. Ook mijn eigen vereniging ontkomt er niet aan. Je merkt dat het steeds lastiger wordt om aan een team te bouwen, simpelweg omdat het regelmatig voorkomt dat spelers afzeggen voor een training of wedstrijd.” 

“Vanuit mijn mentaliteit bezien gebeurt dat te gemakkelijk. De situatie zorgt er ook voor dat het steeds lastiger wordt om teams samen te stellen, vooral ook omdat je de gemiddelde leeftijd van seniorenelftallen in de loop der jaren steeds verder zag dalen. Had je vroeger een eerste elftal met een gemiddelde leeftijd van 26/27 jaar, tegenwoordig zijn de meeste spelers tussen de 18 en 23. Een deel daarvan benadert voetbal heel anders dan de oudere generaties dat doen. Wij zetten alles opzij voor de club, zij voelen die morele verplichting vaak minder sterk. Dat heeft consequenties. Je ziet het amateurvoetbal-breed, ook als het gaat om de aanwas van vrijwilligers. Er staan minder mensen op om iets te doen voor de club. Daardoor komt het werk te rusten op steeds minder schouders.”

Bloedfanatiek
“Ik neem overigens niemand wat kwalijk, we leven in een ‘nieuwe tijd’. Punt is alleen dat ík een andere instelling heb. Ik ben opgevoed met de gedachte dat je, als je lid bent van een vereniging, ook inzet moet tonen buiten het veld. Misschien ben ik daarin hopeloos ouderwets, ha ha! Ik zie mijn mentaliteit bij meer mensen op de club, zoals bij Dennis Schoonewil en Alexander de Jong, de trainers van het eerste elftal. Ook zij zijn bloedfanatiek, willen net als ik het beste uit een speler halen. Daarin gaan we ver, dat geef ik toe. Maar je doet het met de beste bedoelingen.”

“In mijn geval is het wellicht beter als er een ander type trainer voor de groep komt te staan. Tot en met mijn laatste training hier op Souburgh zal ik alles geven: knallen tot het einde. Met altijd die twee pijlers voor ogen: presteren en plezier, want die elementen horen onlosmakelijk aan elkaar verbonden te zijn. En daarna zit de klus erop en zal ik de mooie herinneringen aan die lange periode koesteren. Ik zal altijd trots blijven op Alblasserdam. De club heeft een aantal moeilijke jaren achter de rug en heeft zich daarna fantastisch hersteld. Het bestuur en de mensen daaromheen verdienen een groot compliment. Kijk naar onze prachtige accommodatie en naar de financiële situatie. Die verschilt dag en nacht met hoe het was. Dat verdient respect.”

 
Bron: regio-voetbal
Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!